ken des H. Kruises op weg is gegaan naar Jeru
zalem. Zij, die behouden van den kruistocht terug
keerden hebben natuurlijk niet alleen over eigen
wapenfeiten, maar ook over de talrijke ervaringen
verhaald.
Wij mogen dus veilig aannemen, dat men in het
Land van Rode en bij uitbreiding in het Limburg-
sche land op de hoogte was van de eischen, welke
de moderne krijgswetenschap toen stelde. Het
zelfde geldt mede voor andere streken, wier bevol
king van een kruisvaart is teruggekeerd.
Hadden wij terloops gelegenheid den abt van
Deutz te leeren kennen als een bevorderaar van
kunst, van andere abdijen staat het evenzeer vast,
dat zij centra waren van wetenschap en kunst. Dat
zij als het ware ook de geëigende verzamelplaatsen
waren voor het verwerven van kennis wil ik met
een enkel sprekend voorbeeld toelichten. Ik heb nu
het oog op het klooster van La Charité sur
L o i r e, gesproten uit een der twijgen van Monte
Cassino en gelegen op ongeveer 250 K.M. ten Zui
den van Parijs. In het midden van de Xle eeuw
op de bouwvallen van een ouder convent gesticht,
had het klooster van La Charité zich omstreeks het
jaar 1100 reeds dermate vertakt over Europa, dat
het in Frankrijk binnen 14 bisdommen filialen had,
in Engeland vijf en één zelfs bij Constantinopel. 35)
Bedenkt men, dat vertegenwoordigers dier filialen
op jaarvergaderingen in het Moederhuis samen
kwamen, dan behoeven wij er ons toch niet over
te verbazen, dat bij dergelijke ontmoetingen van
gedachten gewisseld werd over feiten en toestan
den in de verschillende gewesten. Wij kunnen er
ook zeker van zijn, dat de opgedane kennis niet be
perkt bleef binnen de kloostermuren, daar de kloos
terlingen niet alleen contact onderhielden met hun
verwanten buiten het slot, maar ook, dat zij in be-
32