99
het grootste der Luxemburgsche kasteelen op een plateau
van 180 bij ruim 50 M. opgericht. De stamreeks der erfe
lijke graven van Vianden begint met zekeren Gerard
(1096). Hem volgen verschillende historische figuren op
(kruistochten). Door huwelijk vererft de bezitting op Otto
graaf van Nassau (1340) met welk geslacht het lot van
den ouden burcht vijf eeuwen verbonden is geweest.
Het groote verval treedt eerst in het begin der vorige
eeuw in; tot delging van de Nederlandsche schulden werd
het oude slot aan het amortisatie-syndicaat afgestaan, dat
den 28 Aug. 1820 tot verkoop overging. Een koopman uit
Vianden werd voor 3200 gulden eigenaar, maakte uitmun
tende zaken, totdat drie Belgen reddend optraden. Door
den burgemeester van het naburige Diekirch werden de
overblijfselen - de prachtige ridderzaal en de beroemde
kapel stonden nog overeind - den 21 Juli 1827 aangekocht.
Het lag in de bedoeling den burcht in middeleeuwschen
trant te restaureeren en aan Koning Willem I aan te bie
den. De gebeurtenissen van 1830 en volgende jaren schort
ten de ten uitvoerlegging van het plan op. In 1839 richtte
de burgemeester zich tot Koning Willem I, die na onder
zoek bevel gaf den arbeid te hervatten. Ook Koning Wil
lem II verklaarde zich bereid het grootsche plan te bevor
deren; evenwel zijn eerst, nadat de ruïne eigendom der
groot-hertogelijke familie geworden was, onder leiding
van Prof. Bodo Ebhardt consolideerings- en restauratie
werkzaamheden uitgevoerd.
Vgl. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek (1848)
sub voce Vianden.
WAARDENBURG, blz. 51 en 52. Houten sterkte gesticht in
1265 op den berg van Hier; in 1283 uitgebreid met een
hoofdgebouw (de sael) en een ronden toren; in 1355 ver
meerderd met een vierkanten toren, een ringmuur en een
voorburcht.
In 1574 door de troepen van Willem van Oranje ingeno
men en verwoest; door koop in 1618 gekomen aan Johan
Vijgh, die het ten deele weer heeft opgebouwd (1627).
Geslachten: (de) Cock, van Broeckhuisen, van Arkel,
Vijgh, van Aylva, van Pallandt.
Zie verder: Dr. F. Vermeulen, Geïllustreerde Beschrijving
van de Tielerwaard (1942), blz. 459—466, afb. 397—400.
WESTHOVE (afb. 21 en 22), thans vacantiekolonie; in de
XlVe eeuw vermeld als lusthof der abten van Middel
burg, werd het in 1572 door Berthold Entens van Men-
theda bezet en voor zijn vertrek geplunderd en verwoest.
Later gedeeltelijk opgebouwd, in de XVIIe en in het be
gin der XVIIIe eeuw uitgebreid.