97
maanden. Andermaal werd de burcht aangevallen in 1473,
ingenomen in 1493, hernomen in 1497, beschoten in 1579
en ten slotte verwoest in 1794, en 1798.
Geslachten: de graven van Gelre, de hertogen van Gulik;
in 1647 geeft Philips IV van Spanje, als hertog van Gelre
het ambtmanschap van Montfort in erfleen aan Prins Fre-
derik Hendrik van Oranje-Nassau; na den dood van den
koning-stadhouder Willem III viel de heerlijkheid aan den
koning van Pruisen in 1702. In 1769 verkoopt Frederik de
Groote de heerlijkheid aan Prins Willem V van Oranje.
Bij den inval der Franschen in 1794 worden de heerlijk
heden opgeheven en de burcht verwoest. In 1820 verkoopt
de Nederlandsche regeering de bouwvallen van het kasteel
met twee boerderijen. Voor ongeveer 50 jaren kocht de
Heer Jules Geradts, burgemeester van Posterholt, de even
merkwaardige als historische overblijfselen om ze voor
verderen ondergang te behoeden.
Litteratuur: M. S. Wolters, Recherches sur 1'ancienne
Ammanie de Montfort, Gent 1853. Eversen en Meulle-
ners, De Limburgsche Gemeentewapens, blz. 344 e.v. -
Simonis, A. H., De windhoek van Gelre, Geschiedenis van
het Ambt Montfort (1932). - Baron de Crassier, Diction-
naire historique du Limbourg, sub voce Montfort.
OUD-VALKENBURG zie Genhoes.
RENSWOUDE, De Ridderhofstad (afb. 31) werd gesticht
door Johan van Reede, Domdeken te Utrecht, die Rens-
woude in 1623 gekocht had van Philips baron van Hamal.
Door vererving ging Renswoude in 1754 uit het geslacht
van Reede over aan dat der Taetsen van Amerongen,
aan wien het nog toebehoort.
RIJCKHOLT, Kasteel (blz. 61, afb. 10). Middeleeuwsche to
ren, waaraan in de XVIIIe eeuw een heerenhuis is toege
voegd. De sterkte werd in 1485 door een bende roovers
vermeesterd, die van hier uit de stad Maastricht bedreigde
(vgl. noot 70) maar er in 1489 uit verdreven werd, waar
bij het kasteel verwoest en vlak erop hersteld werd (de
Crassier).
Geslachten: In de Xlle eeuw waarschijnlijk een zijlinie
van de Heeren van Gronsveld, de Heeren van Houffalize-
Bolland, op het laatst der XlVe eeuw het geslacht van
de Weyer, van Flodrop (1434-1596, met een onderbreking
van 1558-1590, toen de heerlijkheid door de Staten was
verbeurd verklaard), daarna van Lynden, v. Scharenburg,
v. d. Bongart, van Wylick, de Bounam (1683). Poswick in
het begin der vorige eeuw, de Schiervel en in 1899 de
familie Regout.
7