kelétalages, omhoog te kijken naar de toppen
der huizen, en niet alleen de mooie kerken ziet,
maar ook de oude gevels tusschen het vele uit
later tijden weet uit te zoeken, kan, wandelende
van het eene plein naar het andere en langs de
waterwegen om de binnenstad, nog veel vinden,
dat in aansluiting aan den titel, die aan het
eerste deel van de Heemschut-serie en daardoor
ook aan dit boekje werd gegeven „historische
schoonheid" kan worden genoemd. De wijze waar
op wij oud Groningen zullen bekijken; zal heel
anders zijn dan wanneer U in een der oude kro
nieken of beschrijvingen van de stad leest, of
met een historicus of archivaris zoudt gaan wan
delen. Trouwens, dergelijke wandelingen kunt
U maken, en sommigen van U hebben dat stel
lig al gedaan, lezende in verschillende jaargangen
van den Groningschen Volksalmanak. Het is al
heel wat jaren geleden dat de bekende archivaris
Jhr Mr J. A. Feith, die zooveel voor de oud
heden van Groningen heeft gedaan, de laatste van
zijn belangwekkende „Wandelingen" door de
oude stad voor den almanak schreef 1). Wanneer
U deze leest, zal U zeggen: „Daar is iemand aan
het woord, die de stad en haar geschiedenis door
en door kende, die zelf nog in die oude stad heeft
6
J) Groningsche Volksalmanak 1890 en volgende
jaargangen, tot 1907, „Wandelingen door het oude
Groningen". Zie ook volgende jaargangen tot en met
1914.