„Memorie van Willem van Oirdt te Utrecht" voor
de „Nota van den toirn van Grueningen, wordt
mit cleynsteecken (beeldhouwen of beeldhouw
werk) gemaect" 1). Wanneer wij om de kerk heen-
loopen, zien wij dat ook hier geen luchtbogen zijn
toegepast, al wijst mogelijk de afwerking bij het
dak van de, evenals aan de A-kerk, tweemaal
versneden steunberen van het koor op de moge
lijkheid dat men misschien wel met het aanbrengen
er van heeft rekening gehouden, maar ze later
niet noodig heeft geacht.
Terwijl wij om de Martini wandelen, herinneren
wij ons dat eenmaal weinig schreden verder, vlak
bij het Prinsenhof, de Sint Walburgskerk 2) heeft
gestaan, genoemd naar de heilige Maagd Walburga,
abdis te Heidenheim die, in 779 overleden, vooral
sinds de negende eeuw werd vereerd. De beteekenis,
die deze kleine oorspronkelijk centrale, vroeg ro-
maansche kerk voor de stad heeft gehad, blijkt uit
het boven reeds opgemerkte feit, dat, een kwart
eeuw na de algeheele afbraak, bovenaan de kaart
van 1652 de zoogenaamde kleine Haubois
een afbeelding in medaillon prijkt van de Sint Wal
burg met haar romaanschen toren en gothisch koor
en dat zelfs in Bor's „Historie der Nederlandsche
oorlogen", in de uitgave van 1679, naast een platte
grond van het beleg van de stad in 1594 nog een
andere afbeelding van het oude kerkje is gegeven.
45
Zie Fr. D. O. Obreen, Archief voor Nederlandsche
Kunstgeschiedenis IV blz. 243.
Zie Gron. Volksalmanak 1941 blz. 47 e.v., artikel
van E. Neurdenburg.