vrij. Aan de buitenzijde van de kerk treft, vooral op een afstand, het hoog uitstekende koor. Wij moeten een litho van het midden der 19de eeuw, Afb. 18 1), bekijken om nog een indruk te krijgen van de, op bij de baksteen-architectuur gebrui kelijke wijze, met nissen versierde topgevels van dwarsschip en traveeën en van de rij der zadel daken, die in de 19de eeuw bij een slechte restau ratie zijn verdwenen. Terwijl de baksteenen kerk met eenig zandsteen haar noordelijk karakter toont, is de toren met zijn baksteenen pijlers en binnenbouw, met natuursteen bekleed, door zijn opbouw in langwerpig vierkante geledingen, ge volgd door een achtkant, gebouwd onder den in vloed van den Utrechtschen Domtoren, die voor meer torens in den lande het voorbeeld is geweest. Dat Groningen in de 15de eeuw behoorde tot het gebied van den Bisschop van Utrecht kan wel van invloed zijn geweest, maar stellig wenschte men ook een dergelijken indrukwekkenden toren als de bisschopsstad bezat. Toevallig weten wij dat een beeld- of steenhouwer van Utrecht, aan het beeldhouwwerk van den Martinitoren heeft ge werkt, want in een getuigenverhoor te Antwerpen over het maken van ontwerpen van gebouwen enz. in de 16de eeuw (blijkbaar tusschen 1538 en 1563) door verschillende kunstenaars, komt in een 44 Diest Lorgion, Geschiedkundige Beschrijving der stad Groningen 1ste deel. De kerk is geteekend door B. Reinders, litho C. C. A. Last.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 60