zet1). Ook Abel Eppens 2) licht ons over den bouw van den toren in, waar hij meedeelt dat deze in 1545 nog niet gereed was, en er nog dagelijks van stadswege aan werd gewerkt tot het jaar 1554, hetgeen ook uit de stadsrekeningen blijkt. Nadat in 1577 de spits was verbrand waarvan de herin nering op de Salvatorklok staat gegrift duurde het tot 1627, voordat de toren zijn tegenwoordige bekroning in den stijl van dien tijd heeft gekregen. Bij de restauratie 3) in onzen tijd is het noodig gebleken de fundeering te verzwaren en met in wendige betonnen ringen den toren te versterken. Een gevolg hiervan is dat deze nu niet meer op vier baksteenen pijlers staat, maar de doorgangen lager gemaakt moesten worden. Drie beelden van den Groningschen beeldhouwer W. Valk, voor stellende Bernlef, Sint Maarten en Agricola, zijn toen in de nieuwe nissen geplaatst. Door afbraak van een paar huizen, die door verschuiving van de rooilijn in den loop der jaren vóór den ingang van den toren waren komen te staan, is de toe gang tot toren en kerk aan de westzijde nu weer 43 Gron. Volksalmanak 1907 blz. 220; een notitie uit de geslachtslijst der familie Wicheringe. Over den brand en de instorting van den voorafgaanden toren zie men de Kroniek van Sicke Benninge t.a.p., die ook mededeelingen doet over de verbouwing van de A-Kerk. a) T.a.p. blz. 117. Andere schrijvers vermelden 1482 als het jaar der voltooiing van den toren. Zie Gron. Volksalmanak 1904, blz. 1 e.v., artikel van Peters. De restauratie geschiedt onder leiding van Dr Ir G. W. van Heukelom.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 59