sen en de torenspitsen een indruk te krijgen, en
gaan dan door de oude poort. Maar wij kunnen
op deze wijze niet verder gaan, want de afbeel
dingen die tot ons zijn gekomen, vertellen ons niet
genoeg, en hoe geheel anders zou de indruk zijn
dan wanneer wij nu door de stad met haar glazen
winkelpuien loopen.
Het eenige oude huis, van ongeveer 1500, het
oudste dat als zoodanig nog aan den gevel herken
baar is 1), Brugstraat nr. 24, is eenmaal een pand
geweest, zooals er toen zoovele stonden langs de
Noord- en Oostzeekust, met gothische boognissen
en profileering en met hooge kanteelen, of
beter pinakels, in Groningen wel „tempels" ge
noemd, die bij dit huis verloren zijn gegaan, maar
op de kaart van Haubois voor dit en andere huizen
nog te zien zijn. Hoewel de gevel niet in goeden
staat verkeert, zijn wij al blij dat geen groote glazen
winkelpui de geslotenheid is komen verbreken.
De indeeling van de oude meestal zeer diepe wo
ningen, met voorhuis, binnenkamers en achter
kamer, is in dit huis, dat jaren als pakhuis dienst
deed, niet intact bewaard gebleven. Stelt men
zich het huis met de nissen in hun ouden staat
30
Reeds in de Kroniek van Emo en Menco lezen
wij van steenen huizen, die in den strijd versterkt
werden of als bestraffing afgebroken moesten wor
den, omdat het versterkte panden waren. Het huis
op den hoek van de Oude Boteringestraat en de
Broerstraat is ook wel een zeer oud „steenen" huis,
maar uit- noch inwendig valt nog iets daarvan aan
het pand te beleven. Zie ook blz. 56.