WANDELING LANGS DE OUDE GEBOUWEN
EN GEVELS
Stelt U zich voor dat de wallen nog niet zijn
geslecht en de poorten nog niet gesloopt. Wij
naderen Groningen van het westen en gaan over
de klapbrug en door de Buiten-A-poort de stad
binnen, Afb. 11. Al zijn thans de poorten er
niet meer, oude Groningers zouden ook nu nog
wel zeggen dat wij komen van „buiten Drapoort",
evenals een man, die met bus en tram naar den
Heereweg reed, nog onlangs, om een overstapje
vragend, slechts „Heerepoort" behoefte te zeggen
om zonder meer door den conducteur begrepen te
worden. Wanneer wij door de Buiten-A-poort
gaan, dan is het als dringen wij door een opening
van de wallen, waarachter bij nadering van de
stad de huizen voor het oog verscholen lagen, en
waarboven alleen de torens van A- en Martinikerk
omhoog rezen. In de poort blijven wij even stil
staan, Afb. 12, om van de huizen tusschen de beide
poorten en van de mooie middeleeuwsche Binnen-
A-poort met het boogfries boven de spitsboognis-
29