die ook nu nog het karakter aan het ruime plein helpen geven, omlijst. De verkorting door de per spectief geeft ons geen gelegenheid de gevels dier huizen te zien, wel echter dat de smallere panden op den hoek van de Nieuwe Boteringestraat top gevels met trappen vertoonen, die zij later hebben verloren. Ook kunnen wij zien dat verder zoowel de huizen aan de oostzijde als die aan de noord zijde zeer breede panden zijn met dwars zadeldak. Wij zouden nog meer kaarten en silhouetten en andere afbeeldingen kunnen bekijken, maar over de oude stad hebben ons de genoemde kaarten reeds het noodige verteld. Wij hebben de belang rijkste gezien en met de plattegronden in vogel vlucht, die ons over de gebouwen zoo veel konden vertellen, is het hierna vrijwel afgeloopen. Enkele afbeeldingen, die het silhouet der stad toonen, moeten nog genoemd worden. Zoo geeft een gra vure van 1743 in de Kroniek van Groningen, die aan H. Hofsnijder wordt toegeschreven, een ge zicht op de wallen van het noorden gezien, Afb. 10. Naast de kerken en poorten steken de molens op de met boomen bekroonde wallen hun wieken om hoog. Een teekening van C. Pronk van 1754, Afb. 11, laat de stad zien bij de Buiten-A-poort en van het Hoendiep, waar aan het Leeuwarder veer de trekschuit ligt en ruiters en voetgangers de stad naderen. Boven de tegen het midden der 17de eeuw hooger opgetrokken nieuwe of Buiten A-poort, die toegang geeft door de omwalling, ste- 26

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 38