Ie en een frontispice, en een groote buitentrap, die royaal van gehouwen steen gemaakt moest zijn". Op de hoofdverdiepingen werd verlangd, be halve een raadskamer, een banketzaal (later de raadzaal) met twee schoorsteenen en een balkon voor muzikanten en nog een balkon voor twaalf personen om de openbare muziek, zooals die hier gebruikelijk was, te kunnen uitvoeren. Uit deze beschrijving1), blijkt dat het stadhuis, wat de gevels betreft, bedoeld was als navolging van het stadhuis van Amsterdam, maar met de zuilen voorhal, die in het laatst der 18de eeuw in de mode kwam. Van de 21 ingezonden plannen, waaronder ook een enkel uit de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk, werd dat van den architect Jacob Otten Husly te Amsterdam bekroond. In het gemeente archief zijn de meeste van de ingezonden ont werpen bewaard gebleven. Eind 1774 is aan Husly de leiding opgedragen. In 1777 werd een aanvang met den bouw gemaakt, die behalve door den wensch der raadsleden om voor het aangename uitzicht op de markt de gesloten binnenplaats aan de westzijde open te houden, vooral door de tijds omstandigheden werd vertraagd. Wat er al niet om het bouwwerk, de bouwput enz. te doen is geweest, kunnen wij niet alles vertellen. Er kwam een stilstand en pas in 1792 werd het werk voort- 76 Zie ,,de Tegenwoordige Staat der Vereenigde Ne derlanden" XXI, Beschrijving van Stad en Lande blz. 39 e.v.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 100