lem gedrukt is (1.17 M. bij 1.06 c.M.). De wa
pens der magistraten staan in een barokke versie
ring boven de kaart. Een fraai exemplaar met
oude lijst bezit de Ver. Haerlem in bruikleen.
De regeering kwam De Hooghe ook nog op andere
wijze tegemoet, namelijk door het afstaan van
grond in de Nieuwstad voor de teekenschool ach
ter zijn huis.
Het werd een avondschool van 5—8 uur. Voor het
teekenen en aanleggen van „parterres" (mathe
matische tuinpartijen) stelde hij zijn eigen tuin
disponibel. Ook schilderen, beeldhouwen en drij
ven zou onderwezen worden. Maar De Hooghe's
heftig en lastig karakter zal bij zijn onderwijs wel
een even groot bezwaar zijn geweest als het werd
bij zijn verhouding tot de stedelijke regeering.
Een even grootscheepsche school voor beeldhouw
kunst had de reeds op bl. 87 genoemde Gerrit van
Heerstal aan de Houtzijde, thans Houtplein No. 13.
In zijn huis stond als gevelsteen een groot vrou
wenbeeld met emblemen van zijn kunst, thans weer
opgesteld aan een der binnenpleinen van het Frans
Halsmuseum. Zijn steenen Costerbeeld van 1722,
bewaart in den voormaligen Hortus medicus op
het Prinsenhof de herinnering aan de 18de eeuw-
sche Costerherdenking.
91