kloostermuren. De Doopsgezinden beheerden vier
Hofjes en de Katholieken zelfs zeven. In het be
lang der hygiene zijn eenigen daarvan in geheel
nieuwen en soms weinig aantrekkelijken vorm her
bouwd, een enkele zooals het Doopsgezinde Brui-
ningshofje op de Botermarkt echter in ouden stijl
hersteld. (Zie afb. 15.)
Ook de Hofjes maakten de stijlveranderingen mee,
die in de andere Haarlemsche bouwwerken vallen
waar te nemen. Was het Brouwershofje in nog
haast gotisch eenvoudigen stijl opgetrokken, het
17de eeuwsche Hofje van Guurtje de Waal in de
Lange Annastraat, wel het schilderachtigste, en
daardoor ook vaak geschilderd, heeft een fraai
versierden ingang. Maar echt 18de eeuwsche
weidschheid, waardoor de intieme sfeer wijken
gaat voor statigheid, kenmerkt het Hofje van Oor
schot, waarvoor in 1768 in de Kruisstraat de
volle ruimte van het toen gesloopte oude gotieke
Heilige Geesthuis beschikbaar was. Daaraan be
waart nog de fraai gebeeldhouwde Broodbank in
de Groote kerk de herinnering. De schenker Wou-
terus van Oorschot, te Amsterdam gestorven, liet
zich te Haarlem begraven. Volgens zijn testament
werd het Hofje gesticht. Hijzelf heeft waarschijn
lijk het versje in den voorgevel aangegeven, dat
ontleend is aan het gedichtje in het Amsterdam-
sche Deutzenhofje van 1695:
85