De Haarlemmer Willem van Heythuyzen liet in
1651 zijn zomerhuis „Middenhout" op den Klei
nen Houtweg bij testament tot „godshuis" voor
arme vrouwen en mannen na, doch de rust van alle
Hofjes, die ook aan mannen waren gelegateerd,
scheen op den duur bij gemengde bevolking niet
te handhaven en de mannen legden daarbij het
loodje.
De Brouwers bereidden reeds sinds 1472 hun
oude brouwersmeiden een rustigen ouden dag in
het Brouwershofje uit de 15de eeuw, dat in 1586
op de door brand vrij gekomen ruimten aan de
latere Tuchthuisstraat herbouwd werd. Het Hofje
dat bij de verbreeding van de Barrevoetestraat in
1883 zijn poortingang moest opgeven en daardoor
het meest in het oog valt, was een schenking van
Simon Pz. van Loo en diens huisvrouw en werd
als eigendom opgedragen aan het St. Elisabeths-
gasthuis, zoodat de drie kronen, het embleem dezer
heilige, gebeiteld staan op de pomp van het Hofje
van Loo of Gasthuishofje.
Veel Hofjes werden gesticht door dissenters, die
van de stads-armenhuizen waren uitgesloten. De
Remonstranten bouwden het hunne op de over
blijfselen van het St. Ursulaklooster in de straat
van dien naam. De toegang gaat onder de oude
kloostergewelven door. In den toegang van No. 12
rood krijgt men nog uitzicht op een der oude
84