konden zich, toen aan verschillende zijden op het Sant ridderlijke woningen verrezen, moeilijk tevre den stellen met de eenvoudige woongelegenheid van Oud Haarlem. Aan graaf Willem II, den Roomsch- koning, van wien de kroniekschrijvers melden, dat hij bijzonder hoofsch en ridderlijk werd opgevoed en gebleven is, dankt Haarlem den bouw van een groote paleishal op de Groote Markt, geheel af wijkend van de oudere burchten in Holland. Wil lem II moet het gemis van een grafelijke hal voor de ontvangst van gasten en onderdanen, wel sterk gevoeld hebben, hij die voor onderhandelingen in Brabant en Vlaanderen en voor zijn Roomsch- koningschap in Duitschland vele versterkte zalen van vorsten betreden had. Had ook niet de graaf van Gelder, den rijksburcht van Nijmegen, het Valkhof met de nieuwe rijkszaal van Frederik Barbarossa, in pand gekregen en had koning Wil lem zijn bruid Elisabeth van Brunswijk niet ont moet in den burcht van Goslar? Zelden nog had een Hollandsche graaf zoo van nabij Middeleeuwsche paleisburchten leeren ken nen en het Haarlemsche „ConingWilhelms Huys", de voorlooper van de Haagsche Ridderzaal, vormt nog de kern van het Zuidelijk deel van het Haar- lemsch stadhuis, getuigend van den hoofschen zin van dezen graaf. Het oude deel van dit statige bak- steenen gebouw was mogelijk uit de 13e eeuw, 10

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 8