nog verdubbelt. Zoo vormen de Haarlemsche bin
nenhoven hoogst waardevolle rustpunten in het
stadsgewoel.
Helaas is bij den oudsten grooten binnenhof van
Haarlem, het Pand: de kruisgang, van het predik
heerenklooster achter het stadhuis met een groote
oude toegangspoort aan de Koningstraat en een
kleine aan het Prinsenhof, niets meer van dit alles
te genieten, wegens eeuwen van misbruik met be
schadiging en overbouwingen. Dit is des te merk
waardiger omdat dergelijke oude kloosterhoven
ieder beschaafd mensch juist bijzonder aantrek
ken. Het ergst hebben het de Franschen gemaakt,
die voor de passage van hun kanonnen de meest
vooruitstekende deelen der pijlerbasementen lie
ten weghakken. De hier afgebeelde teekening uit
de eerste helft der 18de eeuw (zie afb. 7)
toont aan, hoeveel er na dien tijd hier bedorven
werd. Laten we hopen, dat nog eens het fraaie
oude metselwerk der gewelven ongehinderd te be
wonderen zal zijn en de stemming herleeft, die
juist hier, midden in het steeds drukker wordend
stadsgewoel, van even groote waarde zou zijn als
de stilte van het Amsterdamsche begijnhof bij de
Kalverstraat.
Een tweede veel latere groote hof bergt de zooge
naamde oude St. Adriaans of Kloveniersdoelen in
de Gasthuisstraat. Deze schuttershof werd in 1562
78