HOOFDSTUK XVIII 17DE EEUWSCHE VERBOUWINGEN AAN HET STADHUIS N"adat de Key in 1620 had medegewerkt aan de vergrooting der Bakenesserkerken, daar een hem typeerend poortje had aangebracht, werd het laat ste gebouw van 1627, waarin hij zijn meestertaal uitsprak, eerst na zijn dood 1629) afgewerkt. Het was de opdracht een nieuwe gevangenis te bouwen als noordvleugel van het stadhuis, met op de ver dieping waardige ruimten voor het stadsbestuur. Hieraan dankt het begin der Zijlstraat den bijzon der mooien gevel en den poortingang daarnaast. In enkele der kruiskozijnen is het oude glas in lood nog behouden. De Key's versieringslust spreekt uit de rijk gesmede gevelankers en de sierlijk ge beeldhouwde consoles, die de sterk overstekende kroonlijst steunen. Wel bestaat twijfel of deze bo venbouw wel geheel naar De Key's teekening is uitgevoerd. Het gebroken fronton boven den in gang is het oudste van dien aard in Haarlem. De Key had ook zijn merk gezet op den voorgevel van het stadhuis door deur en ramen naast de hoofdtrap met sterk sprekende versieringen in bergsteen. Weldra werd die oud-Hollandsche stijl ongeschikt geacht voor de vergaderplaats van de 70

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 76