HOOFDSTUK XV
GEVELSTEENEN
13 ijzonder rijk was Haarlem aan teekenende ge-
velsteenen. Velen gingen verloren, eenigen wer
den gered en ingemetseld in de buitenmuren van
het Frans Halsmuseum, enkelen sieren nog de
oude of vernieuwde panden, waarbij zij behooren.
De oudst bewaarde werd reeds bij de St. Jacobs-
kapel vermeld. Eenzelfde beeld van overoude ver
zorging van hulpbehoevenden geeft de steen met
een oude gasthuisslaapzaal uit 1435 aan het Bar-
baragasthuis, nu bewaarschool, Jansstraat 54.
Boven de 18de eeuwsche ingangspoort van het St.
Elisabethsgasthuis, Groot Heiligland 47, is een
steen ingemetseld, waar 1612 onder staat, doch
waar Langendijk nog 1509 las. Deze gevelsteen
is waarschijnlijk gered uit het oudste St. Elisa-
betsgasthuis in de Groote Houtstraat bij het Ver-
wuift, dat in 1576 door den grooten stadsbrand
werd vernield. Slechts enkele gevelsteenen met de
voorstelling van een heilige bleven bewaard, zoo
als St. Nicolaas met twee kinderen zie afb. bl. 67)
de gevelsteen van het oude Coomanshof, het oude
gildehuis der kooplieden, in de Witte Heeren
straat en de Sint Joris 1570 Antoniestraat 37.
Op het Goudsmidspleintje, achter het Begijnhof,
65
5
