boogvensters van het oude koor aan de Oostzijde der kapel. Een rechte gracht, de Bakenessergracht, vormde reeds in de 13de eeuw een afbakening aan de meest bedreigde zijde, vanwaar de West-Friezen en Wa terlanders door nood en misoogst gedreven meer dan eens de grafelijke voorraadschuren aanvielen. Toen reeds had zich naast dit Heerenhof van Oud- Haarlem een nieuwer, ruimer, meer landelijk dorp ontwikkeld om 't Sant (nu Groote Markt), hooger en droger gelegen dan Bakenes, omgeven door vruchtbare kroften (akkers) en weiden, met het kronkelende Spaarne als waterweg en niet ver vandaar de hoofdweg over land, die Noord- en Zuiddeel van Holland met elkaar verbond. Zoo deed de aantrekkelijkheid van Haarlems grond, met bosschen en duinen als onuitputtelijk jacht gebied, dit dorp of die voorstad tot ver boven Ba kenes uitgroeien. Reeds in 1204 telde Haarlem onder de vier voornaamste centra van Holland. Reeds zeer vroeg strekte de parochie van Haarlem zich over alle omliggende dorpen uit. Veel wijst erop, dat de gronden van dit Haarlem voor een deel Hollands boschgrond als grafelijk bezit werden aangemerkt en als de „milites de Harlem" d.z. de Ridders van Haarlem, door de kronieken vermeld worden als de voornaamste hulp in 's gra ven moeilijkheden, dan wordt het begrijpelijk, dat 8

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 6