werd verrijkt. Ja nog tot in het midden dier eeuw worden in Haarlem door blijkbaar zeer knappe metselaars voor particulieren trapgevels gebouwd, waarbij de samenvoeging van bak- en bergsteen bijzondere schoonheid gaf. Zoo werd in 1637 de goed bewaarde gevel van het oude brouwershuis Spaarne 108 voltooid. Een buurman-brouwer had reeds in 1612 den gevel van Spaarne 96 in bijzon der rijken trant doen bouwen. Helaas zijn de trap pen daar door een gootlijst vervangen. Het getuigt alles van den fijnen zin voor schoonheid van de Haarlemsche metselaars uit die tijden. Dat helaas de Haarlemsche vaklieden in 1856 dien zin mis ten, daarvan getuigt de aanbouw uit dat jaar aan de Noordzijde van het gebouw Jansstraat 36, ge bouwd als weidsch heerenhuis, nu diaconiehuis, en aan de Key toegeschreven. Hier blijkt weer eens dat wat als hetzelfde bedoeld is, lang niet altijd hetzelfde uitvalt. Bij een wandeling door het oude deel der stad zijn nog verschillende mooie trapgevels buiten de ge noemden te bewonderen, maar er is zelfs nog in de 20ste eeuw veel schoonheid roekeloos en vaak noodeloos verdwenen. Zoo stond in de aan trap gevels nog rijke Spaarnwouderstraat aan de Oost zijde der Sleutelstraat het huis van Kenau Si- monsdr. Hasselaar, die haar scheepswerf achter aan het Spaarne had, een huis dat toch stellig ge- 63

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 67