en lood uitgevierd, in levenslustige blijheid, zoo wel in vorm als in kleur. Reeds de fijn rhythmisch verdeelde toepassing der horizontale lijsten van natuursteen, tusschen de matroode baksteen, geeft aan den gevel een opvallende bewegelijkheid. De rusticablokken van den onderbouw schragen de weelde der versieringen, die tot over de deklijsten der gevels reiken. Al die pinakels zie afb. bl. 59 obelisken en consoles waren in sommige tijdsperio den den rustigen Haarlemmers zelfs te machtig. De Oprechte Haarlemmer Courant van 3 October 1887 noemt al deze pracht in smalenden zin „een buitensporig gebouw.... van een van jenever opge wonden bouwmeester". De 19de eeuwsche Ita- liaansche kunstenaar Amicis beschreef het als een Indische pagode. Vele kenners en bewonderaars van schoone bouwkunst roemen echter van de Vleeschhal zoowel de sierlijkheid als de fraaie uitvoering. In onze dagen heeft het Rijk met de jongst voltooide restauratie van haar volle waar deering getuigd voor wat een der meest eigenaar dige uitingen is, ja de krachtigste en origineelste van de Hollandsche renaissance, zoodat we hier van een speciale renaissance kunnen spreken. Mogelijk dat door een doelmatig en smaakvol ge bruik, de Haarlemmers zich weer spoedig kunnen vermeien in de schoonheid aan vormen en metsel werk der hal zelf. Midden door de lengteas loopt 57

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 61