HOOFDSTUK XI
DE GROOTE BRAND
in Haarlem kregen de bouwmeesters een bijzon
der groote werkkans, door den laatsten grooten
stadsbrand van 1576. Spaansche soldaten hadden
bij het aanmaken van een groot wachtvuur op het
plein vóór de Waag niet gerekend op den feilen
Noordoostenwind die weldra de vlammen en von
ken tegen en over de huizen joeg, zoodat een felle
brand zich verspreidde tot aan de Raampoort en
een vierde deel der stad in asch legde, waarbij
o.a. het oudste St. Elisabethsgasthuis, de nog
oudere Gangulfkerk met gasthuis op de latere
Botermarkt en het Doelgebouw der Oude Schuts
aan den Zuidwal verwoest werden. Zie de kaart
van Thomas Thomaszoon, afb. 6.
50