veld. Gonnet stelde aan de hand der thesauriers rekening van 1426, waarin de poort wordt ver meld, de stichting in het begin der 15de eeuw. De Rijkscommissie voor de Monumentenzorg vond echter in den zuidelijken toren van het hoofdge bouw het jaartal 1486. Dit zou kunnen wijzen op een uitbreiding in dit jaar. Zoo zouden dan de bei de wapens van den graaf uit dat jaar, Philips den Schoone, die van diens moeder Maria van Bour- gondië en van zijn vader Maximiliaan van Oos tenrijk weergeven. De lage torens waarin zij zijn aangebracht omsluiten met de hoofdpoort een open voorplein, vanwaar op allerlei wijzen de in dringers konden worden bestookt. Door zware deuren zouden zij eerst de overwelfde binnenpoort moeten bereiken en dan nog kon een valdeur hun verhinderen de stad binnen te gaan. Het hoogere hoofdgebouw met kanteelen aan de lagere zijden, het centrum dus der poortverdediging, is aan de buitenzijde geflankeerd door bijzonder hooge achtkantige torens met spitsen. Dit fraaie poortge bouw vertoont van verschillende kanten een bij zonder teekenachtig silhouet, dat, sinds de 18de eeuwsche toevoegsels aan de binnenzijde verwij derd zijn, nog op enkele wijzigingen na, geheel het oude karakter weergeeft. Het uurwerk werd in de 17de eeuw aangebracht als tijdaanwijzer voor de passagiers van de trekschuit op Amsterdam. 40

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 42