Duitsche. Van de vijftig brouwerijen die in 1628 nog over waren, lagen er 39 aan het Spaarne, we gens het meren van de waterschuiten die uit de Brouwerskolk het benoodigde zuivere water aan brachten en voor het vervoer van graan en bier van en naar elders. Omstreeks 1360 was Bakenes binnen de stadswallen getrokken. Ook hier ont stonden, alleen aan de Spaarnezijde, voorname behuizingen. De onregelmatige ineengedrongen bebouwing van dit oude Haarlem bleef tot in de 19de eeuw bestaan. De Katholieke vrouwen, die van deze ineengebouwdheid in vervolgingstijden gebruik maakten om hier haar „vergaderinghe" te houden, werden aangeduid als de „Maeghden in den Hoeck". In het begin der 15de eeuw had een derde ver grooting plaats en wel over „der stede graft". De Houtpoorten, de Ramen en de Zijlpoort werden de nieuwe grenzen van een stadsdeel, bijna zoo groot als het oude, en dat door zijn ligging reeds lang te voren daarmede was vergroeid en nooit, als de kwartieren over het Spaarne, een söört voor stad vormde. De Haarlemmers hebben tot in de 19de eeuw een bijzondere gehechtheid getoond aan het wonen bij het stadscentrum. Trouwens in alle steden die om een centraal punt ontstaan zijn neemt, tot in de 19de eeuw, de welstandsgraad der bewoners af naarmate zij van het stadsmidden ver- 35

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 37