poort. Oudtijds lagen in een wijden kring om de Markt ridderlijke woningen, maar reeds Ampzing spreekt in 1628 van heel andere toestanden: In 't rond om onse Kerk, alwaer men teerd, en smeerd, Alwaer men drinkt, en klinkt, en ticktackt, en verkeerd! (d.i. op het verkeerbord speelt). Dezelfde toestanden vindt men op de oude kerk pleinen van heel Holland, waar op marktdagen en jaarfeesten de kramen kwamen te staan, waar kooplieden en industrieelen heel andere waren aanboden en grif verkochten dan wij van de ker missen kennen. Om den onregelmatigen rechthoek der Markt sloot het oude Haarlem aan en wel zoo sterk, dat alleen de latere uitleggingen, die daar direct bij aansloten, de gegoede Haarlemmers tot bewoning aantrokken. Zoo heeft de oudste vorm van Haarlem ook weer den vierhoek benaderd, omsloten door Bakenes- sergracht, Spaarne en „der stede graft", dit was de Oude Gracht en Kraayenhorstergracht (nuNas- saulaan), voorts de grachten die de muren bij de oude Kruispoort en Janspoort omspoelden, gele gen tusschen Nassaustraat, Ridderstraat, Korte Jansstraat en Nieuwe Gracht. Maar reeds om streeks 1300 werd wie tusschen „den Houte en der

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 35