HOOFDSTUK VI
DE OUDSTE VERGROOTINGEN
DER STAD
Het oudste Haarlem vertoont het sterk uitge
sproken type van een stad gegroeid om een cen
traal punt, de Groote Markt, het oude Sant, reeds
in de grafelijke tijden als toemooiveld gebruikt.
Merkwaardig is het dat niet minder dan tien oude
straten, op zichzelf nog altijd ouderwetsch boch
tig en sommigen vrij nauw, uitmonden op deze
wijde open stadskern. Ds. Ampzing, die nog in
middeleeuwsche ruimtebegrippen leefde, gaf het
poëtisch als volgt weer:
„Men siet de Straten hier,
seer schoon, en breed, met hopen
„Op 't Kerckhof ende Marckt
in een en samen lopen:
„Sy sluyten op malkaer en passen als een bus
„En komen daer te gaer als met een minne-kus."
Van de Markt liepen straten naar de duinen zoo
wel als naar het Spaarne, over de Markt ging de
groote landweg Noord-Zuid door Holland, op de
Markt concentreerde zich zoowel de stadsregee-
ring op het raadhuis als in de parochiekerk het
geestelijk leven van het geheele Haarlemmeram
bacht dat zich uitstrekte van Bennebroek tot Sant-
32