gilde aan „Zweder die scilder het stofferen" op
van het door het gild geschonken beeld van St.
Bartolomeus in het koor „mitter palaerne daert
en staet" d.i. de muurschildering achter het beeld.
Meer dan eens spaarden de gildebroeders voor
dit beeld en zijn afwerking letterlijk het geld uit
hun mond, door namelijk „den jaarlijksche gilde-
malen" slechts één dag of in het geheel niet te
houden, .totdat Zweder in 1427 met 28 gouden
Wilhelmusschilden was afbetaald. Voor het beeld
zelf had„Symondie beeldsnider" 10 gouden schil
den ontvangen met nog 17 sc. „voor allerhand
stienten (steenen) en paerlen op bartolomeus
mantel van hout te sniden". In de 16de eeuw ko
men weer andere kunstenaars voor het gild aan
het werk: Dirck Gysbrechsz die scilder ontvangt
„van die dueren van 't heyligh kersaltaer te scil-
den" 6 pond en als in 1557 het kerstaltaar wordt
overgebracht naar de nieuwe Kerstkapel, geschon
ken door den gildebroeder Pieter van Adrichem
van Dorp, komt onder de rekeningen nog voor:
„1559 item meester Luycas voor de schilderie van
den doeck staende in den raem van den voet van
't outaer betaelt 12 pond". De groote Leidsche
meester Lucas is dan reeds lang dood, zoodat we
hier een nieuwen onbekenden Haarlemschen schil
der vermeld zien.
Voor een geheel andere opdracht der stadregee-
30