HOOFDSTUK V OUDSTE HAARLEMSCHE KUNSTENAARS Dat tegelijk met den bouw der kerk in de 15de eeuw de vereenigingen van vaklieden tot gilden haar bloeitijd bereikten, met als eerste zorg het geestelijk belang der leden, leidde tot de stichting van een dertigtal altaren van geestelijke en we reldlijke gilden, waarbij zelfs de zakkendragers zich niet onbetuigd lieten. Zoo telde de St. Bavo niet minder dan vijf en dertig altaren, waaraan schilders en beeldsnijders belangrijke opdrachten dankten. Voor de geschiedenis der Haarlemsche schilderkunst is hier de oudste oogst te winnen. We beleven bijvoorbeeld in de kerkrekeningen den overgang van miniatuur- naar schilderkunst als Pieters Willemsz in ongeveer 1497 wordt opge dragen twee missalen met miniaturen te versieren en hij slechts eenige jaren later met den hieronder te vermelden Claes Symonsz de opdracht krijgt tot het beschilderen van het kruisgewelf, in welks mo tieven de miniatuurschilder nog duidelijk is terug te vinden. Van de oudst bekende Haarlemsche schildersschool werkten meester en leerlingen me de aan de versiering der altaren en koorwanden want de broeder van Pieter Willemsz, Cornelis Willemsz, die het koor te „marmeren" kreeg, leid- 28

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 28