stijl. Het ornament van het eerste: een hart met twee pijlen doorboord, het attribuut van S. Augus- tinus, staat mogelijk in verband met het contract dat in 1493 de proost van St. Bavo sloot ten voor- deele van de sinds 1490 te Haarlem in de Hage- straat (nu St. Jacobs Godshuis) gevestigde paters Augustijnen. Nadat in de 15de eeuw verschillende Hollandsche steden als Amsterdam, Delft, Rotterdam en Lei den zich nieuwe kerktorens hadden gebouwd, meenden in de eerste jaren der 16de eeuw, moge lijk al vroeger, de Haarlemsche kerkmeesters ook de St. Bavo met een toren te moeten bekronen, die tot ver buiten de wallen moest spreken van den bloei en de wassende grootheid der stad. Mogelijk was een ouder plan aan de Westzijde een steenen toren van den grond af op te trekken, waarvan de fundamenten dan in 1939 bij graafwerk in de Lepelstraat zouden zijn teruggevondenmaar dan moesten de hoektorens aan den Westgevel zijn aangebracht nadat dit plan was opgegeven. Het aan Geertgen van St. Jans (f 1493) toegeschreven kerkprofiel op paneel met toren dat nog in de kerk hangt, geeft mogelijk nog een ander plan voor een toren weer. Maar nadat in 1500 de viering tusschen koor en schip een steenen overwelving had gekregen, heeft men de voorkeur gegeven aan een steenen toren als 23

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 23