bewijs van de beteekenis van Haarlem in die eeuw, dat na de stichting van een begijnhof in 's Graven- zande, Haarlem de eerste onder de Hollandsche steden was, waar deze vrouwen zich vestigden. Het centrum van haar Hof was als in andere be gijnhoven haar kerkgebouw. Het nog bestaande ontstond na den grooten stadsbrand van 1347. Reeds in 1348 was een nieuwe kerk voltooid. Daardoor is het schip vroeg gotisch. Het daar bij behoorende kleine choor is afgebroken en vervangen door een gotisch hoogkoor met spitsbo gen. Vroeg-gotisch is ook de nog in de 14de eeuw verrezen eenvoudige maar stijlvolle vierkante to ren, de eenige behouden toren uit Haarlems vroeg- gotischen tijd, toen bijna uitsluitend baksteen hier als materiaal werd aangewend (zie afb. bl. 17). Van den toren der begijnen met zijn keurig gemet selde profielen en vlechtingen, zijn alleen de waterlijsten van bergsteen. Aan de kerk, die als sommige kloosterkerken uit een boven- en bene dendeel bestond, is later veel verbouwd, wat alles thans zooveel mogelijk wordt gerestaureerd door architect A. A. Kok. Van de tien vrouwen- en acht mannenkloosters, die aan het eind der 15de eeuw met hun kapellen en dakruiters de schoonheid van Haarlem verhoog den, zijn overigens slechts hier en daar enkele res ten overgebleven, het meest nog van het kleine 15

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 13