alle woonhuizen uit de Groote Houtstraat ver
drongen, met verlies van vaak mooie 18de eeuw-
sche gevelversieringen en vervangen door steeds
grootere winkelpanden.
Tegen 1900 werd door de nieuwe Sint Bavo aan
de Leidsche Vaart van architect Joseph Cuypers
de nieuwe schoonheid der 20ste eeuw ingeluid.
De bouwmeester, geïnspireerd door de boeiende
constructieve vormen van de overgangsperiode
van 12de op 13de eeuw, schiep in het toen over-
heerschende materiaal, de baksteen, buitengewoon
fraai metselwerk in vormen en versieringen.
In de 20ste eeuw werd ook allerlei oud-schoon
aangetast en bijvoorbeeld het gezicht langs het
Spaarne door hooge gebouwen bedorven en door
een hoogen gashouder, in den volksmond de stads-
leelijkerd genoemd, het gezicht op de stad van de
Oostzijde ontsierd. Overigens gaven juist Publieke
Werken naast kerkgenootschappen, bouwmaat
schappijen in verschillende nieuwe wijken en
bruggen bewijzen van goeden, ja soms zeer fijnen
smaak. Hier zij van elke dier rubrieken slechts
een enkele vermeld, het Rampenlaankwartier, de
kerken der Oud-Katholieken en Gereformeerden
aan den rand der stad.
De Vereeniging Hendrick de Keyser, de Vereeni-
ging Haerlem en de Bond Heemschut blijven dili
gent. Zij ondervinden daarbij steeds- meer steun
113
8