mode dier dagen in ster- en pleinvorm met wegen
doorsneden, waarvan nog verschillende deelen on-
-igerept zijn. Aan den nieuwen natuurstijl of land
schapsstijl van het laatste deel der 18de eeuw
dankt de Hout zijn ronde en slingerpaadjes. In
het begin der 19de eeuw kreeg de tuinarchitect
J. D. Zocher van koning Lodewijk opdracht tot
verfraaiing van den Hout. Van hem is ook het
latere plan van den Hertenkamp en onder hem
werden ook de Dreef en verschillende rijwegen
verhard. Na hem werd aan zijn zoon L. F. Zocher
de zorg voor den Hout opgedragen. Na dezen wer
den niet altijd de boomen van den Hout door de
gemeente op de juiste waarde geschat en nog in
1882 werd er zulk een drastische aanval op ge
daan dat prof. Dr. J. van Vloten dichtte:
Bewaar o Heer, bewaar het groen
Van Haarlems lieflijk Dreefplantsoen.
Maar sinds 1884 is de Hout onder het veilig toe
zicht geplaatst van de Commissie voor den Hout
en Plantsoenen. Sinds 1891 had L. A. Springer de
leiding en verkreeg de Hout door aanplant van
fraai onderhout een steeds grooter bekoring.
Midden in den grooten Hout staat sinds 1823 een
klassieke tombe als herinnering aan de traditie
dat Laurens Jansz. Coster in den Hout door een in
het zand gevallen letter tot zijn uitvinding zou zijn
108