groeid waren. Reeds bij de belegering door Jacoba van Beijeren in 1428 ging het grootste deel van het bosch verloren en tijdens het groote beleg van 1573 bleef er geen boom van over. Doch telkens weer werd door aanplant van boomen en onder hout een nieuwe Hout aangelegd. Zoo nam in 1583 de gemeente Haarlem „de plaetse daer het Haer- lemmer bosch heeft gestaen" onder haar hoede en het volgende jaar staat de aankoop genoteerd van 10.000 eikeboomen. In 1664 werd eerst de grond voor de Spanjaardslaan van het St. Elizabeths- gasthuis aangekocht en daar de mooie lindelaan aangelegd, die eerst in 1788 officieel Spanjaards laan werd genoemd, waarschijnlijk naar een Spaan- sche batterij, die daar tijdens het beleg op het Groene Duintje stond, d.i. de hoogte ten Noord westen van de laan. Men onderscheidde in die dagen de Kleine, de Oude en de Nieuwe Hout. De Kleine gaf aan Klei ne Houtstraat, Poort en weg hun naam. De Oude lag ten Oosten van den grooten weg, die van den Kleinen Houtweg schuin door den Hout naar den Wagenweg bij Eindenhout liep, nu Paulinalaan, met het zoogenaamde Werkmans- of Zandvoorter pad. Het deel ten Westen daarvan was de jongste, de Nieuwe Hout. Weldra werden de beide laatste stukken samen tot den Grooten Hout. In het begin der 18de eeuw werd de Hout naar de 107

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 117