HOOFDSTUK XXVI
BUITENVERBLIJVEN
De Amsterdammers brachten in de 18de eeuw
veel nieuwe schoonheid rondom Haarlem, zoowel
door de pracht van hun buitenhuizen als door de
fraaie tuinen, overtuinen en boschaanplantingen.
Van de vele zomerhuizen, die zij vooral aan de
Zuidzijde der stad aan Wagenweg en Heerenweg
bouwden zijn nog de namen bewaard in Haarlem-
sche straten als Bosch en Vaart, Bosch en Hoven
(waarvan de fraaie rococokoepel naar Aerdenhout
aan den Zwarteweg is overgebracht), Spruyten-
bosch en Westerhout. Slechts tweedier buitens zijn
in hun oorspronkelijken vorm bewaard, Einden-
hout en Welgelegen of het Paviljoen. Zij zijn beide
typen van de liefde voor den klassieken stijl van
1800, door Grieksche bouwwerken geïnspireerd.
Met hun voor een deel houten gevels zijn zij ook
typen van de zomerhuizen uit hun tijd. Veel
schoons ging in de 19de eeuw van die zomerhui
zen verloren, aan koepels en fraaie hekken. Alleen
dat van Bosch en Hoven en Leeuwenhof bleven
over. De oude poorthekken van het Paviljoen vor
men nog de fraaie ingangen voor de Provinciale
Griffie aan den Dreef en aan de Paviljoenslaan.
Van de mooie toegangslanen staan nog enkele
101