Brederode, den deken van de Orde van het Gulden Vlies en zijn gemalin Philippota van der Marck door Colijn de Nole in 1554 te Vianen vervaardigd, maar successievelijk ook op talrijke zerken in ons land met de figuur van het half-vergane lijk, uitgestrekt liggend op een mat, dienende om den hoovaardigen sterveling een vingerwijzing te geven op zijn onafwendbare toe komst (Alkmaar, Enkhuizen, enz.). Brederode's rela ties met de Zuidelijke landen staan vast, men behoeft slechts een analyse te maken van zijn kwartieren of die zijner echtgenoote om dadelijk hiervan overtuigd te geraken. De verschijning van meer alledaagsche producten kon langzamerhand intusschen niet meer uitblijven en zij houdt verband behalve met het grooter uitgroeiende getal steenhouwers (iets, wat op zichzelf een secun dair verschijnsel is) met de veranderde toestanden. Zoo is het opmerkelijk, dat na en ook tengevolge vande Reformatie der persoonsafbeeldingen in de kleedij van den tijd van lieverlede verdwijnen. Het is bekend hoe juist in de beginjaren van den 80-jarigen oorlog wat men de „burgerij" zou mogen noemen, de bewoners van de steden daaronder in de eerste plaats begrepen, meer en meer tot zelfbewust zijn maar ook tot rijkdom en tot begrip van macht is gekomen. Oorzaken daarvan en feiten behoef ik hier niet aan te halen. De ontwikkeling van dit inzicht bracht mede, dat ook de „burger", die zich daartoe capabel achtte, opkwam als derde groep van degenen, die zich een grafgedenkteeken lieten vervaardigen. Dit optreden had weldra een kolossale vlucht genomen en de werkzaamheid van de steenhouwers in dit opzicht nam zóó toe, dat het zelfs tot een soort van „handel" geleid heeft. Vele colleges van kerkvoogdijen kochten een quantum grafzerken op, dat hen dikwijls reeds in eenigermate versierden vorm werd afgeleverd, waarna 78

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 97