alléén staan en daarom heeft er reeds in het jaar, toen
deze kunstwerken ontstonden, dat was in 1541, een
nauwe relatie tusschen beide mannen bestaan. Van
Lucas weten we, dat hij te Franeker woonachtig was
er bestaat dus alle reden om het werk van B.G. én
dat van hem tezamen te noemen dat van de Franeker
school.
Laten wij het bewuste merk te Berlicum nu nog eens
wat scherper bekijken. Aanstonds valt dan op, ten
minste, wanneer men het omgekeerd voorstelt, dat
er gemakkelijk een monogram uit geconstrueerd kan
worden, samengesteld uit de letters V. en L., tegen
elkaar aangesloten. Men behoeft verder heusch niet
van overgroote fantasie beschuldigd te worden, wan
neer men het kruisje, dat tegen de zijde van het merk
wordt aangetroffen, verklaart als een interpunctie
tusschen de bovenbedoelde letters. Want hoe dik
wijls werd voorheen niet de punt in den vorm van
een kruisje voorgesteld? Zoo verkrijgen wij dan uit
dit gecompliceerd lijkende merk tot oplossing een een
voudig monogram„VL" of „V.L."
Prof. Ligtenberg verzekerde, met erkenning echter
van de connexiteit tusschen de beide kunstenaars, dat
althans wat B.G. betreft, aan een vast door hem ge
bezigd merk niet te denken valt. Ik heb mijn mee
ning over dit punt reeds te kennen gegeven en kan
aan de ontdekking, dat zoowel B.G. als Lucas inder
daad hun eigen merken hebben gevoerd, nog slechts
toevoegen, dat in de XVIe eeuw het merk in deze
landen stellig aan den persoon inhaerent was, of hij
steenhouwer was of schipper, in het eene of andere
ambacht werkzaam was of „particulier", om eens een
modern woord te gebruiken. Ondubbelzinnige voor
beelden leveren alweer de protocollen van onze oude
notarissen, talrijke andere oude grafsteenen mét de
grafboeken uit alle deelen des lands, voorzien
67