Dan volgt een tweede tijdvak, te stellen van 1550 1570. Aanvankelijk is dezelfde monogrammist B. G. nog werkzaam, maar diens werkstukken veranderen in deze periode meer en meer van allure. We zien hem een geduchten mededinger krijgen in een twee den monogrammist V. L., die weldra heel wat nieuwe bestellingen verwerken moet. Van dezen laatsten beeldhouwer kennen wij weldra tenminste den volle- digen naam. Immers, in de latere jaren van zijn werk zaamheid signeert hij zijn stukken metVincent Lucas. Een bewijs blijkbaar, dat zijn roem zich inmid dels gevestigd zal hebben. Dit tweede tijdperk wordt gekenmerkt door de entree van geheel nieuwe Renaissance-elementen, ontleend vooral aan de Franschen en Vlamingen, aan Colijnen Gornelis Floris. Evenwel dienen wij in het oog te houden, dat het vroeger met zooveel succes toegepaste thema niet vergeten is. Een derde tijdperk volgt dan. Ik zou het willen doen loopen van 1565 tot het einde der eeuw. Ook die periode komt weer met nieuwe denkbeelden. Dan zijn het de Renaissance-figuren „onderwezen" door Hans Vredeman de Vries, die sterk op den voorgrond treden en die in allerlei, in onuitputtelijke variëteiten en vernuftige combinaties worden toegepast. Ook dan is het verleden uit de beide vorige perioden nog niet geheel vergeten en veronachtzaamd. Maar het aan tal beeldhouwers, dat aan de in aantal belangrijk toe genomen orders zijn krachten wijden gaat, is in dien tijd zeer gegroeid in aantal. Monogrammisten en kunstenaars, die hun vollen naam op de werkstukken kenbaar maken, wisselen elkaar af in groote verschei denheid. Nóg is er toen veel goeds geleverd, maar de objecten worden gaandeweg bescheidener en de kunst vervlakt meer en meer. Van den monogrammist B. G. die de aanvangsperiode 65 5

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 84