bekronen deze de voorstelling van een wapenschild, iets wat echter in ons land alweer niet dan sporadisch te zien valt. Eenige eerwaardige oude zerken uit de voormalige abdij van Beme bij Heusden waren na afbraak van de kapel van dit klooster in een weide blijven liggen, waarna zij gelukkig door belangstel lenden gered zijn. Deze nu vertoonen juist zulke emblemen. Aanvankelijk getransporteerd naar de katacomben van het Rijksmuseum te Amsterdam zijn zij thans weer naar Brabant teruggebracht en wel wederom naar de abdij van Beme, gelegen te Hees- wijk. Opnieuw iets voor de creditzijde en een gelukkig staaltje van piëteit jegens zulke belangrijke XVIe eeuwsche monumenten. (Afb. 16.) Zerken met afbeeldingen van kloosterlingen zijn zeld zaam. Een goed voorbeeld zal iedere bezoeker van het bekende kasteel de Doorwerth bij Arnhem zich herinneren, waar het bij de entree in den grond ligt. De voorstelling betreft „broeder Claes Roeck pater tot Asperen int jon[cfr]ouwe-cloester (f1540) en de steen heeft een hééle geschiedenis. Ofschoon de custos U vertelt, dat het een vondst van den Doorwerth is, is deze mededeeling evenmin juist als het voorheen ge publiceerde opschrift. Te Tiel opgegraven in den tuin van de sigarenfabriek „Alvana" bleek de steen van dezen pater, biechtvader van het Dominicanessen- klooster van Asperen, te groot voor de Tielsche Oud heidkamer. (De afmetingen bedragen 2,55 X 1,41 dikte 0,25 M.) Afgestaan aan de „Vereeniging Door werth", zorgde deze toen voor overplaatsing naar het kasteel waar hij, ofschoon nu wel voor het nage slacht bewaard, toch allerminst op zijn plaats ligt. (Afb. 17). Een dergelijke mooie steen, in dit geval voor een broeder-observant treft men voorts nog aan te Hoedekenskerke in de provincie Zeeland. Van de abdissen der vele vrouwenkloosters, die ons 59

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 78