wapen, de krachtige helmen met de trotsche helm- teekens, de dekkleeden, in alle opzichten is de kunstenaar geslaagd. Alléénhet werk is meer tee kenkunst dan beeldhouwwerk en, hoe aantrekkelijk op zichzelf ook, het mist diepte. Ook verder in het Utrechtsche land treft men derge lijke exemplaren aan: Te Rhenen de zerk voor Bemt Freijs van Dolre (f 1530) en te Jutphaas die voor Jacob Proeys (XVe eeuw) alsmede te Loenen de groote zerk voor „die eerbaren en wise Anthonis van Aemstel van Mynden heer tot Croonenborch ende tot Lonen" (f 1494) met vrouw en zoon. Gelderland blijft in deze ook niet achter, getuige de steen van heer Petrus van Suyren op Mariënweerd, den schen ker van het beroemde „Goudsche glas" no. 13 Door het zoeken naar analogieën ben ik wat afge dwaald van mijn onderwerpde bespreking van de grafsteenen van geestelijken en alvorens hiermee verder te gaan moet ik ook nog een andere opmerking maken. Bij de meeste van de ook hier weer behan delde gevallen zal men mijn voorbeelden niet altijd in de rubriek kunnen indeelen, waar de zerken der late gothiek thuis behooren. Ër zijn er ook hier weer die Renaissance-elëmenten vertoonen. Men vergete niet, dat de Renaissance in de XVIe eeuw naar binnen geslópen isBij enkele stukken zal het zelfs moeilijk zijn uit te maken welke stijl overheerscht. Ik heb een keuze moeten doen bij de indeeling der materie en daarom waarschuw ik ook nu den lezer reeds, dat hij zich niet moet verwonderen over de aanwezigheid van duidelijke gothische elementen bij een steen, dien ik in een later hoofdstuk, aan de Renaissance gewijd, behandelen moest. Na over de kanunniken gesproken te hebben mag niet nagelaten worden, te wijzen op het voorkomen op de grafsteenen van abtsstaf en mijter. Meestal 58

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 77