54 bouw eigenlijk Renaissance-monumenten zijn. Zij ver- toonen vaak Romeinsche lettertypen, maar vooral de teekening en ook de opzet van het geheel, de wa pens daar onder begrepen, is nog zóó archaïstisch gebleven, dat we zonder schroom kunnen verklaren, dat de smaak voor de gothiek in den geest van den beeldhouwer in feite nog praevaleerde. Als voorbeeld wijs ik hier op de interessante zerk voor „die erentfeste vnde frome Gisbert van Delen en zijn vrouw „die eerentfeste doesamighe ivffer Alit van Lenip" in de bekende hééle groote kerk van het kleine Didam. De jonker van Delen overleed in 1529, zijn vrouw in I535 en zijn schild heeft in tweeën gedeeld de wapens van zijn eigen ouders (Gijsbert van DelenLaer en Golda van Galen) zooals dat zijner echtgenoote de hare. Sterk en sierlijk zijn de helmen en in de vier hoeken staan hun kwartierwapens, in de bovenrand b.v. Delen x BemmelLennep x Welbergen, hetgeen weer op een plaatsing wijst als wij te Vierlingsbeek reeds ontmoet hebben (bl. 52). En nu is het merk waardige, dat het randschrift in Romeinsche letter is opgenomen maar, dat de kwartierschilden gevat zijn in een gothische vierpas. In het Westen, in Zeeland, zijn verscheidene goed- geconserveerde laat-gothische steenen bewaard geble ven. Een duidelijke Vlaamsche invloed is hierbij on miskenbaar (zie bl. 65). In Holland daarentegen is uit dit tijdperk veel ver dwenen. Maar, nu ik mij toch aan het geven van opsommingen schuldig maak, kan ik moeilijk de zerk verzwijgen voor Herman Oem Dircx, den kastelein van Oostvoorne, die in Den Briel ligt (f6 Febr. 1467) of die voor een ridder uit het geslacht van Poelgeest te Koudekerk, die voor „Jacob van Borcellen castelein van der Goude starf anno 1521 op Sinte Tomas avont den 20 December en die eedele jofvrouw Ursula van

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 73