van een miskelk, het typische teeken der priesterlijke
waardigheid. Niet altijd staat deze miskelk daar
alléén. Een zerk van 1469 in het Haagsche gemeente
museum geeft de voorstelling van zoo'n miskelk tus-
schen twee ampullen en een vrijwel gelijk beeld, óók in
typeering dezer voorwerpen overeenkomstig, treffen
wij aan in de Westerkerk te Enkhuizen alsmede op de
plek, waar eens de oude kerk van Akmarijp verrees
(afb. 8). Door de eeuwen heen blijven deze figuren
voortleven, steeds varieerend in vorm naar de smaak,
naar de mode van den tijd. Men zoeke zelf maar
eens naar zulke voorbeelden. Omdat zij zoo talrijk
zijn, zou het zeker de moeite loonen met behulp van
reeds verzamelde gegevens een studie te wijden aan
de op steenen uitgebeelde typen van dit kerkelijke
vaatwerk. Bij de meer belangrijke priesterzerken wordt
behalve de kelk ook het wapen des priesters soms
naar voren gebracht, waarbij uit den aard der zaak
aan de miskelk steeds de eereplaats gereserveerd blijft.
Ook wordt de miskelk dikwijls gesteld in een vierpas,
of teneinde meer levendigheid te verkrijgen, door drie
pas-omlijstingen geëncadreerd. Rijker getooide stee
nen hebben dan de overblijvende ruimten, b.v. de
zwikken of de geheele rest van het oppervlak versierd
met Gothisch maaswerk, met fialen en hogels, dat
dikwijls van groote originaliteit getuigt.
En nog was met dit alles het laatste woord der ver
sieringskunst niet gesproken. Reeds spoedig moet men
naar buitenlandsch voorbeeld op de gedachte zijn
gekomen, wanneer al niet een geheele koperen plaat
gekozen werd, om de zerken in te leggen met dit
metaal. Bitter weinig zijn de voorbeelden in aantal
van dergelijke koperen platen, die de ongunst der
tijden tot op heden getrotseerd hebben. De mensche-
lijke hebzucht is steeds zoo ontembaar geweest en
koper was en bleef een gezocht metaal, dat niet enkel
43