aanhaal zal mij misschien verontwaardigd de vraag gesteld worden waarom thans de zerk uit denzelfden tijd niet gememoreerd is, waaronder te Alkmaar de ingewanden van den vermoorden Hollandschen graaf Floris V begraven zijn. Van een bericht over de grafzerk van hertog Aelbrecht van Beieren, die in de Maria-kapel van het Haagsche Binnenhof in 1770 werd ontdekt, acht ik mij ontslagen omdat deze ver nield is, -maarwaarom laat ik hier de bespreking achterwege van de steenen in de Ned. Herv. Kerk te Rijnsburg, die daar zijn aangebracht ter herinne ring van andere leden van dat Gravenhuis? Melis Stoke verhaalt, hoe kort na den moord met het lijk van Graaf Floris gehandeld werd „Ende balsmeden ende bereden „Ende leidene in een scrine, „Daer menich mede doghede pine, „Ende scepeden kortelicke daernaer „Ende voerdene tote Alcmaer. „Daer sette men in den chore". Weliswaar wordt er inderdaad in de Groote kerk te Alkmaar een oude steen bewaard, waarop het wapen van Holland staat afgebeeld, voorgesteld als hangen de aan een gegespte riem. In een medaillon daarom heen is een inscriptie toegevoegd Hier onder ist inghewant grave florijs van hollant verslagen wort van heer gerrit van velsen" in laat- gothische letters, terwijl in de XVIIe eeuw nog is bijgevoegd: „Anno 1296 den XXVIII Iuny". Deze steen is bovendien vervat in een houten XVIe eeuwsch raamwerk. Een verklaring hiervoor is gemakkelijk te vinden. Toen de Alkmaarsche kerk tegen het einde der XVe eeuw werd afgebroken om geheel op grootsche wijze te worden herbouwd, achtte men het noodig, de herin- 36

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 55