HOOFDSTUK II
LAP I Dl AI RE PALIMPSESTENALTAAR-
STEENEN
Alvorens tot een bespreking van de gothiek over te
gaan in een volgend hoofdstuk, geloof ik dat het van
belang is dat gewezen wordt op een bepaald ver
schijnsel, hetwelk men reeds zeer vroeg ziet optreden.
Men zal mij misschien tegenwerpen, dat het een ver
schijnsel van alle tijden is en dat de bespreking hier
dus niet gewettigd is. Maar juist omdat het zoo vaak
voorkomt bij de zéér oude steenen, lijkt het mij goed
het hier op deze plaats naar voren te brengen.
Met het lapidiaire palimpsest wordt bedoeld de steen,
die na eerst voor een bepaald doel te zijn gebruikt,
waartoe hij een inscriptie heeft ontvangen, naderhand
met geheele of gedeeltelijke verwijdering van zijn
inscriptie nogmaals voor een ander doel wordt ge
bruikt, waarbij dan een nieuw opschrift wordt aan
gebracht.
Zoo ligt er te Egmond aan den Hoef in de kerk een
oud rood-zandsteenen sarcofaagdeksel, dat later nog
maals als gewone grafsteen heeft dienst gedaan. Blij
kens de ingehakte figuur moet de zerk naderhand
voor een priester gebruikt zijn. Talrijke voorbeelden
zijn er zoo te vinden tot op den huidigen dag.
Maar nu gebeurt het ook, dat zoo'n oude grafsteen
later een andere bestemming kreeg, dat hij b.v. voor
gevelsteen gebruikt wordt. En er is nog een categorie
aan te wijzen van monumenten, uit die oudste perio
den en derhalve begrijpelijkerwijs wéér van rooden
zandsteen, die men graag geneigd is met grafzerken te
vereenzelvigen omdat zij, na voor een verhevener
doel bestemd te zijn geweest, vaak als grafzerk ge
bruikt zijn of, die éérst als grafzerk dienst deden en
later voor genoemd doel werden bestemd.
21