afleveren. Het smeedijzeren grafkruis is bij ons prac- tisch gesproken niet toegepast. Heel hoog is het met die concurrentie echter niet ge- loopen want de belangstelling voor het monument van deze materie heeft zich niet langer dan een halve eeuw staande gehouden. Het gedenkteeken voor de opvoedster van Kernheim, mej. Moens, die op den Paaschberg bij Ede begraven werd, is er een voorbeeld van en voorts zijn ze hier en daar op onze oudere kerkhoven te vinden. Eerst na 1840 treedt het verval overal duidelijk aan den dag. De letter krijgt een smakeloos en uitgerekt aanzien en de versieringskunst is morsdood. Welke afmetingen het verval echter tegen het begin van onze eeuw gaat aannemen behoeft geen nadere uit eenzetting. Vele kerkhoven of „begraafplaatsen" zijn er getuigen van en onze lezers zijn dus uit eigen aan schouwing bekend met de verschijnselen van het neo- allerlei op dit gebied, die geen kunstuitingen zijn en waarom ik mij dus hier van verdere beschrijving ontslagen acht. 105

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 136