verdienen onze aandacht, bepaaldelijk voor de ken nis van het gebruikte lettertype. De laat-gothische letter zien wij nog gebruiken tot diep in de XVIIe eeuw waarnaast de Romeinsche letter haar intrede reeds doet in de XVIe eeuw. Voor namelijk die letters, welke men omstreeks het jaar 1600 maakte, zijn belangrijk. Dikwijls ontleend aan ontwerpen van een lettersnijder als Albrecht Dürer, den grooten graveur, is een zeer sterk expressieve kracht haar eigen. Zij staan het oude klassieke, het prachtige Romeinsche lettertype zéér nabij. Sommige letters schijnen zóo gecopieerd naar de inscriptie der beroemde Trajanus-zuil te Rome. Gelukkig blijven deze modellen langdurig in zwang. Ofschoon in den loop der XVIIe en XVIIIe eeuw wat meer samen gesmolten tot uniformer typen, nadert het verval hier eerst laat. Want pas tegen 1840 zien wij de letter na een periode van algemeene verkleining te hebben doorgemaakt, aan verval prijsgegeven. Het gebezigde cijfer is sedert het einde der XVIe eeuw ook niet meer het voorheen algemeen gangbare Romeinsche. Voor de XVe eeuw komt hier in 't ge heel geen gebruik van Arabische cijfers voor en eerst tegen het einde dier eeuw is er een enkel uitzonderings geval van een zerk waarop zoo'n cijfer verschijnt. (Maastricht 148...) In dien tijd hebben de Arabische cijfers een voor den leek wat raadselachtigen vorm. Het algemeen gebruik van dat cijfer vangt eerst aan aan het einde der XVIe eeuw. Laat U daarom niets wijs maken door den koster, al houdt hij stijf en strak vol, dat er inderdaad in arabische cijfers ge stelde jaartallen van veel vroegere eeuwen in zijn kerk voorkomen. Hoezeer ik de kennis van kosters waardeer, omdat zij het gebouw dikwijls beter kennen dan de plaatselijke kerkvoogdij, het zij nogmaals her haald dat juist uit het min of meer onbegrijpelijke 84

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 103