het symbolen van kerkelijk leven of voorstellingen ont leend aan het ambacht. De cartouche vertoont, al naar haar vorm, gaarne aanzetten in den trant van Hans Vredeman, telkens en telkens herhaald, tot aan het einde der XVIIe eeuw de minder scherpe vormen o.a. van de Lutma- cartouche de overhand verkrijgen. Dat onze Hollandsche provinciën evenveel centra van Calvinisme opleverden, vindt eveneens zijn weer spiegeling in de grafsteenen. Talrijk zijn de zerken, waarop de bijbel staat afgebeeld maar nog meer komt het voor, dat bijbelsche spreuken worden aangebracht. Er waren er onder die spreuken zelfs, die het tot een zekere populariteit hebben gebracht en buitendien bemerken wij telkens weer de symbolen van den Tijd of van den Dood, de zeis, de zandlooper, de vleer muis, de gedoofde toorts. Evenmin schijnt een per sonificatie van den Dood, het grijnzende geraamte nog vergeten te zijn. Speciaal dat geraamte moet in uiteenloopende voorstellingen, de ééne al gruwelijker en spookachtiger dan de andere, de stervelingen eraan herinneren, hoe groot het schrikbeeld van den Dood kan zijn. Men lette bij een bezoek aan de Oude kerk te Delft eens op het angstaanjagende skelet op de zerk van Joost van Lodensteijn en zijn vrouw Maria Voorburch of op het graf van de familie Coymans in de Haarlemsche Groote kerkvoorbeelden, die wat schrilheid van beeld betreft werkelijk niet voor elkaar onderdoen. De Calvinist bracht hierdoor de schrik voor het hiernamaals wèl op aanschouwelijke wijze bij Ook een veelvuldig voorkomend type in het bij zonder sedert het einde der XVIe eeuw is de zerk zonder beeldwerkdie alleen een opschrift draagt. We zien hier dus eigenlijk weer het oude Romeinsche voorbeeld terug, in zuiveren vorm. Ook zulke steenen 83

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 102