houding van i op 1^2, waarbij de hoogte onder de 2 M. blijft. Opgebouwd uit onder- en bovenkast, elk tweedeelig en met twee deuren, heeft zij een meer architectonischen opzet. Op een hoogen voet, samen gesteld uitarchitraaf, fries en afdeklijst, verrijst het lichaam, bestaande uit stijl- en regelwerk met panee- len. Daarboven dekt een hooge kap, in den vorm van een klassieke kroonlijst, het geheel af. Wordt er snij werk toegepast, dan eigenen zich daarvoor het fries der kap en de lijst, die de onder- en bovenkast scheidt. Van de onderkast hebben de twee deuren elk twee paneelen, en van de bovenkast elke deur één paneel. De beeldenkast is een bijzondere variant der Hol- landsche kast, waarbij onder Vlaamschen invloed een veel grootere plaats voor beeldhouwwerk inge ruimd is. De kolommen der bovenkast zijn hier ver vangen door draagfiguren in den vorm van atlanten, karyatiden of hermen, wier hoofden door ionische of andere kapiteelen bekroond zijn. Deze dragen de zware kap, wier sterk overstekende kroonlijst rust op consoles met leeuwenkoppen of maskers. Het fries der kap is, evenals dat van den voet, kwistig versierd met ornament, en de paneelen der deuren toonen veelal figurale voorstellingen. De Friesche kast of „keeft" (vroeger „kevy", samen hangend met het Duitsche: Kafig kooi), komt in het Noorden van ons land, in het bijzonder in Fries land, voor en wordt ook in West-Friesland aangetrof fen. Wat haar verhouding betreft, ligt deze tusschen die der Zeeuwsche en der Hollandsche kast in, want zij is slanker dan de eerste en gedrukter dan de laatste. 80

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 83