de stijlen doorliepen zoo komen nu, althans aan de
voorzijde, losse bolpooten. Deze levert de draaibank
in velerlei bol-, kalebas- en kaasvormen. Soms zijn ze
van donker notenhout, doch ook van glimmend zwart
aardewerk, of van zwart geverfd hout. ,Zij doen den
zelfden dienst als vroeger de sleepooten en voetklossen
onder kist of dressoor, zoodat de bodem der kast vrij
van den vloer staat met het oog op de vochtigheid en
het schoonhouden van den grond. De onderregel,
rustend op bolpooten, wordt thans hooger en meer
een samengestelde voet, al of niet met laden. Daar
boven bestaat het lichaam der kast in het algemeen
uit een onder- en bovenkast, elk samengesteld uit:
stijl- en regelwerk, paneelen, deuren en kap. Onder
en bovenkast worden daarbij gescheiden door een
middenregel, waarin soms een of twee laden zijn aan
gebracht. Veelal staat in het midden een stijl, die tot
„aanslag" der deuren dientontbreekt deze later, dan
moet een der twee deuren een „slaglijst" ter overlap
ping krijgen. Wat de algemeene vormgeving betreft
indeeling, profileering, verhouding, versiering e.a.
komt deze overeen met die der wandbetimmering,
doch is rijker in onderdeden uitgevoerd. Het mate
riaal blijft in hoofdzaak het eikenhoutnaarmate men
verder de eeuw ingaat, komt daarnaast in gebruik
notenhout en in bijzondere gevallen palissander- en
ebbenhout. Behalve dat dit laatste als fineer op eiken
hout gelijmd wordt, gebruikt men die houtsoorten
ook voor het plaatselijk versieren van het eikenhout,
gelijk wij dit zagen bij de betimmeringen. Hierdoor
ontstaat een diepere toon, een fijnere glans en een
78