houwersvak zich nu beperkt tot enkele begenadig den, wier meesterproef bestaat uit het maken van een mannen- of vrouwenbeeld, tenminste 3 voet hoog, hetzij van steen of hout. Daarentegen mogen steen houwers „geen beelden en statuen, hetzij klein of groot" vervaardigen, doch wel andere versieringen. Zoo maken de volbloed beeldhouwers de weinige beelden en portretbustes, die spaarzaam opgedragen worden in een tijd, toen bij ons de liefde voor de vrije plastiek verre ten achter stond bij die voor de schilderkunst. Deze beeldhouwers werken niet voor de toegepaste kunst, zoodat bij dit ambachtelijk werk meer de tweederangs krachten in aanmerking komen. Toch neemt dit niet weg, dat menig masker, leeuwen kop of andere voorstelling aan bouwonderdeelen of aan meubels toegepast, een stoer stuk werk laat zien. Het beslag van ijzer speelt niet meer die rol als om streeks 1500, maar hoewel dit werk van: grepen, sloten en gehengen op deuren, vensters, luiken en meubels veelal van klein formaat is, heeft het toch dikwijls iets typeerends. Beschildering komt bij uitzondering voor en dan nog slechts bij zolderingen. Buiten beschouwing laten wij, gelijk reeds in het begin gezegd, de meubels e.a. der volkskunst, die vaak hiervan mooie voorbeelden toonen. 4. WOONVERTREK De vloer der eenvoudige woning is in hoofdzaak van hout. Hij bestaat veelal uit breede planken en om deze gemakkelijk schoon te houden, blijft de gewoon- 71

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1942 | | pagina 74