De tafel begint thans de aandacht te vragen, daar ze
als eettafel niet meer na het maal opgeborgen wordt.
De hoofdvormen zijnde wangen- en de kolompoot-
tafel, beide onder invloed van Italië en Frankrijk. Bij
de eerste zijn de wangen, gebeeldhouwd met sterk
gebogen fantastische dierfiguren, onderling verbon
den door voetregels. Zijn de tafels groot, dan versterkt
men ze over de lengte in het midden door kolonnetten
met bogen onderling verbonden. In de 2e helft der
eeuw vermindert de belangstelling voor de wangen
tafel en wordt de kolompoottafel algemeener. Bij het
eenvoudige type daarvan zijn de pooten cylindrisch
bij de rijkere meubels maakt men de kolommen over
eenkomstig de ordeboekendorisch, toskaansch enz.
Al deze ronde vormen worden op de draaibank ver
vaardigd. Het tafelblad rust op een raamwerk, dat
bij groote tafels zóó gebouwd is, dat men de bladen
kan uittrekken.
Meer dan in het vorig tijdvak begint dit in het orkest
van het huisraad zijn partij mee te blazen. Daarbij
zullen sommige vormen verdwijnen en andere ver
schijnen.
De bank, waarop de mensch zit bij den maaltijd of bij
het vuur, verliest in het verloop dezer eeuw, evenals
de „sittekist", haar groote beteekenis als zitmeubel,
naarmate de stoel meer in gebruik komt.
De zetel uit de laat-gothiek handhaaft zich, doch het
57
3. WERKMEUBEL
4. ZITMEUBEL